12 januari 2019

De onderzoeksjournalist en de opiniepeiler


Er komt geen einde aan. De Deventer moordzaak blijft de gemoederen bezighouden. Aanvankelijk ging het alleen nog over de verkeerde inzet van honden die de geuren op een mes moesten linken aan Ernest Louwes, op dat moment de verdachte van de moord op een weduwe in Deventer. Inmiddels, bijna 13 jaar later wordt een film over deze geruchtmakende zaak gemaakt en misschien ook nog een ‘Making a Murderer versie Deventer’ door Maurice de Hond. Beide maken opnieuw de tongen los en dan loopt nog de voorbereiding van het zoveelste herzieningsverzoek bij de Hoge Raad.

Dit zijn niet de eerste schermutselingen. De journalist Stan de Jong schreef in 2002 als eerste een serie artikelen in de Haagse Post over de Deventer moordzaak en in 2003 ook nog een boek ‘De Deventer moordzaak’, er zijn diverse rechtszaken gevoerd tot aan de Hoge Raad toe. Er was al een uitgebreide documentaire op de televisie, Ernest Louwes werd na zijn vrijlating en naar aanleiding van zijn boek ‘Schuldig’ geïnterviewd in Pauw en Witteman, er verscheen een ontluisterend boek ‘Leugens over Louwes’ van de wetenschapsfilosoof Ton Derksen die eerder een cruciaal boek schreef over Lucia de Berk en een boek ‘De Deventer moordzaak, het complot ontrafeld’ van Bas Haan.

Al vanaf het eerste uur heeft Maurice de Hond zich deze zaak aangetrokken, gealarmeerd door zoveel onrecht. Hij was zozeer geschokt dat hij Michael de J. als dader aanwees (deze ging vervolgens de geschiedenis in als de klusjesman), wat hem een veroordeling wegens smaad heeft opgeleverd. Hij is ook de initiator van de website geenonschuldigenvast.nl die door de jaren heen tot enorme proporties is uitgedijd omdat diverse (al dan niet gepensioneerde) deskundigen het dossier nog eens minutieus aan een onderzoek hebben onderworpen, met vaak schokkende resultaten.

Intussen is Ernest Louwes alweer jaren op vrije voeten, hij heeft een studie rechten afgerond en heeft werk gevonden. Niet als advocaat zoals hij wenste, want zijn veroordeling stond dat in de weg. Maar uit alles blijkt dat hij het er nog steeds niet bij laat zitten. Samen met de gerenommeerde advocaten Knoops en Knoops en Maurice de Hond bereidt hij opnieuw een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad voor.

Tegen deze achtergrond verscheen 9 januari 2019 de onderzoeksjournalist Bas Haan in het programma De Wereld Draait Door. Zijn boek uit 2009 over de Deventer moordzaak zal worden verfilmd en de film ‘De veroordeling’ is eind dit jaar in de bioscoop te zien. Een toch wel wat kritische Matthijs van Nieuwkerk stelde Haan vragen over zijn boek. Immers, Haan wist zeker dat Louwes de dader was en dat iemand die er helemaal niets mee te maken had, de klusjesman, zomaar als dader werd aangewezen. Maar er waren ook andere meningen, zo hield Matthijs Haan voor. Maurice de Hond bijvoorbeeld denkt heel anders over de moordzaak.

Haan wordt doorgaans gezien als een betrouwbare onderzoeksjournalist maar hij slaagde er tijdens het interview in zijn reputatie te grabbel te gooien. Zonder op alle details in te gaan noem ik een paar fragmenten die het vertrouwen in de onderzoeksjournalist behoorlijk hebben geschaad.

Zo portretteerde hij de klusjesman Michael de J. als een persoon ‘… die geen bal met die zaak te maken heeft’. Haan kan de overtuiging hebben dat de klusjesman de moord niet heeft gepleegd – die is hiervoor ook niet veroordeeld – maar er zijn vele connecties tussen hem en de moordzaak, zowel vooraf aan de moord als daarna. De klusjesman is niet zomaar een willekeurige passant, maar iemand die op diverse momenten in verband kon worden gebracht met de zaak. Zou Haan wel kennis hebben genomen van het artikel van Stan de Jong in HP/De Tijd (20 september 2002)? In diens boek is zelfs een heel hoofdstuk gewijd aan Michael de J. En als dat hem al was ontgaan, zou wat googelen hem niet hebben kunnen leiden naar een site als http://jfkmurdersolved.com/feiten.html of www.geenonschuldigenvast.nl waarin Michael de J. al vanaf het eerste begin met de zaak in verband wordt gebracht? Zelfs de politie heeft hem een tijdlang als verdachte aangemerkt. Hoezo, iemand die volgens Haan niets maar dan ook helemaal niets met de zaak te maken heeft? Je kunt van mening zijn dat hij niets met de moord te maken heeft, maar om hem af te schilderen als zo maar een willekeurig slachtoffer van de gang van zaken, is in strijd met de vele feiten die over hem bekend zijn geworden. Is het dan niet verbijsterend dat een onderzoeksjournalist toch tot zo’n conclusie komt?

Heeft hij nog contact opgenomen met Maurice de Hond, vroeg Matthijs, want die denkt heel anders over de zaak. Die was ervan overtuigd dat de klusjesman wel de dader zou zijn en wilde op elk moment met Haan in debat, bijvoorbeeld om te spreken over 130 fouten in diens boek. Nee, Haan was niet op de uitnodiging ingegaan, maar bij het melden van de reden leidde hij het gesprek snel naar een ander onderwerp.

Ronduit laatdunkend liet Haan zich uit over De Hond. Een ‘opiniepeiler’ die zijn verhaal, leugens wil verkopen. Is er geen beter argument te bedenken in een zaak met zoveel feitelijke details? Maar, houdt Matthijs Haan voor, De Hond is niet geïnteresseerd in het verkopen van een verhaal, maar die meent oprecht dat niet Louwes maar de klusjesman het heeft gedaan. Waarop Haan een paar zinnen later een en ander in de volgende context plaatst: ‘Er zijn meerdere misdadigers die slachtoffers maken en die oprecht menen dat ze geen slachtoffer hebben gemaakt.’ En hij geeft dan een stuitend voorbeeld: ‘… Alsof iemand die heeft aangerand … een aanrander … nog steeds over het slachtoffer zegt: “Ja, ze heeft het zelf gewild.”’

Wanneer een interview naar een dergelijk niveau afglijdt, zakt de kijker moedeloos achterover in zijn stoel. Onderzoeksjournalist!

Jammer dat Matthijs ook niet even heeft gevraagd of Haan met Ton Derksen heeft gesproken, maar kennelijk was de tijd om.

10 januari 2019

Bedreiging burgemeester terroristische daad

Je kunt de krant niet openslaan of een nieuwssite als nu.nl lezen of er is ergens wel een aanslag gepleegd met een terroristisch motief. Een jongeman steekt onverwacht wild om zich heen bij willekeurige passanten, een ander schiet op straat zo maar in het rond om op die manier zoveel mogelijk slachtoffers te maken, of er is sprake van een busje dat met hoge snelheid op een groep mensen inrijdt. De politie meldt dat een terroristisch motief niet wordt uitgesloten en te vaak blijkt dat ook het geval. En omdat deze terroristische daden een bedreiging vormen voor onze rechtsstaat en democratie is de strafmaat hiervoor aanzienlijk, soms wel vele jaren.

De Nederlander leest het allemaal berustend maar de stoom komt wel uit zijn oren. Maar wat kan hij eraan doen? En zeer tegen zijn zin gaat hij weer over tot de orde van de dag. Hij vindt het een grote schande en er zou harder tegen moeten worden opgetreden.

Er zijn ook andere incidenten die de burgerij schokken. Zo begrijpt men niets van de bedreigingen, intimidaties en soms zelfs fysieke aanvallen op hulpverleners die hun werk in de buitenruimte doen, zoals politieagenten, BOA’s, ambulancemedewerkers of brandweerlieden. Het is dus begrijpelijk dat de politiek hier paal en perk aan wil stellen. Een willekeurige bedreiging is tot daaraantoe, maar je blijft met je vingers af van onze hulpverleners, is de opvatting in Den Haag. En om die opvatting kracht bij te zetten kunnen voor deze misdrijven inmiddels hogere straffen worden geëist, wel anderhalf maal zoveel. Betekent een ‘doorsnee’-mishandeling misschien 200 euro boete of twee dagen schoffelen in het park, in zulke gevallen wordt de straf met de helft verzwaard. De burger ziet dat allemaal met gefronste wenkbrauwen aan. Een ambulancemedewerker in elkaar slaan en dan geen boete van 200 euro maar van 300 euro?


De laatste jaren doet zich inmiddels steeds vaker een nieuw en extra verontrustend fenomeen voor. Niet alleen meer is de politieagent of ambulancemedewerker het slachtoffer maar ook andere personen met openbare functies. Gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, ministers of officieren van justitie worden eveneens bedreigd of geïntimideerd. De cijfers spreken boekdelen. Zo’n 40% van de burgemeesters zegt in 2018 te maken hebben gehad met bedreigingen of intimidatie. Als voorbeelden dienen tv-beelden van enkele incidenten van de afgelopen jaren: uitgebrande auto’s voor de privéwoningen van burgemeesters of een burgemeester die in zijn auto met een pistool is bedreigd of een afgebrand stadhuis nadat een auto opzettelijk naar binnen was gereden.


Bij deze gebeurtenissen zouden in politiek Den Haag alle alarmbellen moeten afgaan, code rood moeten worden gegeven. Het gaat immers niet meer om ‘gewone’ bedreigingen maar dit zijn regelrechte aanslagen op de democratie. Deze functionarissen horen zonder bedreigingen besluiten te kunnen nemen. Wanneer een politicus of burgemeester dat niet meer in vrijheid kan doen, is het einde van de democratie in zicht. Een gemeenteraadslid wordt geacht zonder last te stemmen, maar zal zich wel twee keer bedenken wanneer hij ernstig wordt bedreigd. Ongetwijfeld zal hij voor de buitenwacht een goede reden kunnen bedenken om zijn gewijzigde stemgedrag te verklaren, maar de bedreiging zal hij niet snel noemen. De wethouder die een coffeeshop wil sluiten, zal na een indringend gesprek met de onderwereld mogelijk zijn voornemen ‘heroverwegen’. Natuurlijk verklaren deze personen in het openbaar dat ze niet zullen zwichten voor intimidatie of bedreiging, maar zoveel helden als Jos Wienen, de zwaarbeveiligde burgemeester van Haarlem, telt Nederland niet.


Dit soort incidenten zijn niet meer de ‘gewone’ bedreigingen (‘je hoort nog wel van me’, ‘van mij ben je nog niet af’) van enkele jaren terug. Ze gaan zelfs verder dan de bedreigingen tegen onze hulpverleners. Nee, deze bedreigingen en intimidaties zijn de bijl aan de wortels van onze democratie, net zoals de terroristische aanslagen op burgers of gebouwen. Dus moeten die niet langer worden bestraft met 40 uur taakstraf of een paar honderd euro’s, maar met straffen die horen bij terrorisme. Iemand die een burgemeester, wethouder of gemeenteraadslid ernstig bedreigt, moet voor de rechter een straf van bijvoorbeeld 8 jaar kunnen horen eisen. De rechter kan dan bepalen of de bedreiging ernstig genoeg is om als terroristisch te worden aangemerkt, maar de dader is niet langer zeker van slechts een paar dagen schoffelen. Het kan ook uitdraaien op een langdurige gevangenisstraf. Dan denk je nog wel een keer na voordat je een burgemeester bedreigt.


Ondertussen verneemt de verontruste burger uit Den Haag dat deze bedreigingen ‘niet kunnen’, dat we allemaal ‘om onze burgemeester moeten gaan staan’, ‘dat dit gedrag niet valt te tolereren en heel snel moet stoppen’, en zo meer. Maar hij vraagt zich ondertussen ook af, of hij de onafhankelijkheid van de burgemeester of wethouder nog wel kan vertrouwen.