29 december 2010

Twitter, LinkedIn en Ouden van Dagen


Hoeveel schouders worden dezer dagen niet opgehaald wanneer de sociale media, zoals Facebook, LinkedIn en Twitter ter sprake komen? Het zijn vooral de 'oudere' schouders die daarmee hun twijfel over dit soort nieuwlichterij willen uitdrukken. Maar is dat nu wel zo verstandig?

Twintig jaar geleden waren het de schouders van hun ouders die vonden dat het allemaal overdreven gedoe was met een mobieltje. Je kon toch ook gewoon wachten tot je thuis was en dan met de vaste telefoon opbellen? Is dat niet snel genoeg? Dat hoeft toch niet per se op straat of in de trein?
Tien jaar later gingen opnieuw schouders omhoog, nu weer vanwege internet en e-mail. Flauwekul allemaal en bovendien lang niet zo aardig als een brief. Een kaartje is toch veel leuker dan een dor mailtje? Voor het boeken van een reis ga je toch gewoon naar een reisbureau en je belastingaangifte doe je toch gewoon op formulieren van papier?

Nu, jaren later heeft menige oudere er spijt van dat hij niet eerder met deze ontwikkelingen is meegegaan, al zal die dat niet gauw toegeven. Met een mobiele telefoon ben je overal bereikbaar en dat is wat handig, juist voor iemand op (hoge) leeftijd. En wat zou het niet leuk zijn geweest een foto van je kleinzoon op je smartphone te ontvangen of een mailtje te kunnen sturen naar je (achter)(klein)dochter die niet in een ander continent woont, maar toch wel onbereikbaar ver weg in eigen land. Iedereen heeft het erover hoe handig die iPads zijn, maar ja, hoe gebruik je zo'n ding, hoe doe je dat: mailen, mobiel bellen, internetten, apps? Wanneer je een zekere leeftijd hebt bereikt, heb je er geen zin meer in je daarin te verdiepen. Nee, dat had je eerder moeten doen.

En nu dus weer LinkedIn en Twitter. Misschien blijkt het op den duur helemaal niets te zijn, nutteloos, slechts een stimulans van schriftelijke diarree, aandachttrekkerij, wie zal het zeggen. Maar misschien heb je er over twintig jaar wel ontzettende spijt van dat je nu niet even hebt gekeken of het toch wel nut zou kunnen hebben.

27 september 2010

Oostblok aan de Maas


De ouderen onder ons hebben het Oostblok nog wel meegemaakt. U weet wel, die landen achter het toenmalige IJzeren Gordijn zoals Oost-Duitsland. Of Tsjecho-Slowakije dat toen nog niet was opgesplitst in Tsjechië en Slowakije. Wie in die tijd in zo'n communistisch land rondreisde, kon vaak zijn ogen niet geloven. Wat een armoe! Alleen al de trams waarin werd gereden! Oude barrels, zo vonden we toen met een zeker dédain. Die waren zeker voor een zacht prikkie in Nederland of een ander Westeuropees land op de kop getikt en sleten in deze pseudo-derdewereldlanden hun laatste dagen.
Nu, anno 2010, rijden trams die er veel erger aan toe zijn gewoon op lijn 7 in Rotterdam. Je weet niet wat je ziet.

Ik dacht weer terug aan die achterlijke Oostbloklanden, toen ik vanmorgen in het Algemeen Dagblad las dat een aantal oude metrotreinen nog wat langer dienst zou moeten doen omdat de nieuwe, bij wijze van spreken nog in de verpakking, in de remise onder water waren komen te staan en niet meer konden worden gerepareerd.

Een vriend had tegenover mij al meermalen zijn nood geklaagd over de erbarmelijke toestand van de metrostellen waarin hij al jaren reisde. Vies, lawaaiig, gekraste ramen, grafitti alom, maar, zo vertelde hij onlangs, nu reed hij elke dag in een gloednieuwe metro. Eind goed, al goed dus, hoewel enkele oude exemplaren op de valreep toch nog niet met pensioen mogen. Nood breekt wet.

Nu zullen die metrostellen er ongetwijfeld vreselijk hebben uitgezien, maar mijn vriend zou wel een toontje lager hebben gezongen wanneer hij wat beter naar de tramstellen van lijn 7 had gekeken. Die slaan werkelijk alles. Wanneer trams APK zouden moeten worden gekeurd, zouden ze geen kans maken. Loshangende bumpers, roestgaten aan de voor- en zijkant zo groot als een A4, verveloos, vies, slordig, slecht opgeknapte schades en ga zo maar door. Gewoon, oude troep die al jaren geleden op het tramkerkhof had moeten worden gereden. Zo'n tram kun je zelfs niet meer slijten aan een voormalig Oostblokland, ook niet met geld toe. Misschien wil een arm Afrikaans land het met gefronst voorhoofd nog wel proberen, maar zeker is dat allerminst, want ook die hebben hun trots.

Wat is er toch met Nederland gebeurd dat zulke tramstellen in 2010 de stad kunnen ontsieren, dat er (nog) geen geld is om ze door deugdelijk materieel te vervangen? Zelfs de smoes dat de nieuwe stellen zijn vertraagd, biedt geen soelaas. Ze zouden al jaren geleden bij het schroot moeten zijn gelegd. Maar toch rijden ze nog, in Rotterdam. En je hoort er niemand over, je leest er niet over in de krant, Radio Rijnmond zwijgt erover in alle talen. We vinden het kennelijk de gewoonste zaak van de wereld.

Wat is er toch aan de hand met Nederland?

30 augustus 2010

Doekle Terpstra


Het moet bij een van de kabinetten Balkenende zijn geweest dat Doekle Terpstra ook aan de beurt wilde komen. Het was Aart Jan de Geus gelukt en waarom zou het hem niet lukken? Maar zoals het zo vaak gaat met benoemingen van ministers, het hangt van veel factoren af of je in aanmerking komt en toeval is daarvan een van de belangrijkste. Hoe het ook zij, gebrek aan kwaliteit of gewoon toeval, Doekle was wel beschikbaar, maar werd toch niet tot het ambt geroepen. Wat nu?

De HBO-raad bood uitkomst. Doekle werd voorzitter van dit belangrijke orgaan. En belangrijk is deze HBO-raad zeker. Wie ziet in welke diepe crisis het HBO op dit moment verkeert, zou graag een voorzitter zien die zich dag en nacht, dus 24/7, inzet om deze onderwijsmoloch weer op de rails te krijgen. Er is zo veel misgegaan en dus zo ontzettend veel te doen. Maar dan ben je bij Doekle aan het verkeerde adres.

Leg je oor eens te luisteren bij studenten van grote HBO-instellingen en de moed zakt je in de schoenen. Lessen gaan niet door omdat de docent niet komt opdagen, of ze gaan wel door maar in een ander lokaal en niemand weet welk, de docenten zijn niet bevoegd en proberen te roeien met de riemen die ze hebben, het lesmateriaal is bijeengeraapt en is vaak een HBO-opleiding niet waardig, tentamens gaan niet door, of worden naar een andere, soms een eerdere datum verplaatst, vaak zonder medeweten van de studenten, de tentamens zijn gelijk aan eerdere tentamens, en ga zo maar door. Onlangs kwam aan het licht dat spookstudenten, studenten dus die nog wel zijn ingeschreven maar verder geen vorderingen meer maken, via het klassikaal maken van een werkstuk of op basis van werkervaring alsnog hun diploma uitgereikt krijgen. Voor ingewijden zijn dergelijke praktijken geen nieuws. Maar de gewone burger die voor zichzelf of zijn kinderen een HBO-opleiding wil kiezen en vertrouwen heeft in de overheid, weet van al deze ellende weinig of niets en stapt argeloos en met met open ogen in de fuik.

Zeker, gelukkig, gelukkig is dit niet op alle HBO-instellingen het geval en zeker niet bij alle opleidingen, maar in het Rotterdamse zijn deze praktijken zeker geen uitzondering. Studenten klagen steen en been en dat doen ze niet snel, maar uiteindelijk merken ze dat ze met een dergelijke opleiding een kat in de zak hebben verworven.

Genoeg te doen dus voor een voorzitter van de HBO-raad. Maar nee, wanneer Doekle voor de radio wordt geconfronteerd met deze horror stories, ontkent hij ze zonder aarzeling. Hij neemt het dapper op voor 'zijn' HBO's en personeel en verwijst de aantijgingen naar het rijk der fabelen. Natuurlijk, overal gebeurt er wel eens iets, maar structureel is er niets aan de hand, aldus Doekle. Dat weten we dan weer en daarna hoor je niets meer van hem.

Dat is te zeggen, wanneer het gaat over het HBO. Des te meer hoor je van hem in allerlei zaken die niets te maken hebben met zijn belangrijke dagtaak. Moet er een handtekeningenactie worden opgezet tegen Wilders? Doekle staat vooraan en staat de pers van krant, radio en tv te woord. Moet er een stuk in de krant komen over de onwenselijkheid van een gedoogkabinet, dan roert Doekle zich als een van de eersten. Wordt in dit verband gesproken over partijprominenten van het CDA, dan weet Doekle zijn naam snel hoog in het lijstje te wurmen.

Hij is niet alleen hyperactief op politiek gebied (zoals in het bovenstaande voorbeeld tegen de PVV en Wilders), maar op allerlei terreinen die de publiciteit halen. Het gaat te ver al deze publieke optredens van Doekle op te sommen. Het zijn er teveel, maar wie de naam Doekle Terpstra googlet, ziet in een oogopslag: de HBO-raad moet het grotendeels zonder zijn voorzitter stellen. Voor Doekle zijn er belangrijker zaken.