24 september 2018

De pers is niet altijd even accuraat



Nederland is gezegend met een onafhankelijke, vrije pers. Je moet er toch niet aan denken dat kranten, radio en tv in handen zijn van de overheid? Nee, gelukkig hebben we in Nederland een vrije pers. Maar ook de vrije pers mag af en toe wel wat accurater te werk gaan en ervoor waken dat feiten en opinie niet worden vermengd. Opinies mogen natuurlijk ook in de krant, maar dan wel in de sectie Opinie en Debat of in columns.

Laten we eens naar de volgende voorbeelden kijken.
Zo is er het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden. Vaak zijn ze overbodig maar geven een bericht - bedoeld of onbedoeld - wel een bepaalde kleur. Je mag het met Jesse Klaver eens of oneens zijn maar wanneer zou worden bericht dat 'de arrogante oppositieleider' het de minister-president niet moeilijk kon maken, blijft voornamelijk het woord 'arrogante' hangen. Zou dit woord ook gebruikt zijn, wanneer de auteur een persoonlijke sympathie heeft voor de fractieleider van Groen Links?

In een artikel van Lamyae Aharouay in NRC Handelsblad dat voor een groot deel over grof taalgebruik ging tijdens de Algemene Beschouwingen van 2018 haalde ze de uitspraak aan van Wilders richting Kuzu. En inderdaad, zoals vaker bezigde Wilders woorden die buiten de Kamer, maar zeker in de Kamer ronduit grof zijn: 'Rot zelf lekker op. U hoort hier niet thuis. ...' Verwerpelijk taalgebruik, zonder meer, maar waarom vermeldt ze niet ook dat zijn uitspraak een reactie was op een interview met Kuzu die daarin liet weten dat mensen die het niet eens zijn met de multiculturele samenleving moeten oprotten. Dit maakt de uitspraak van Wilders niet acceptabeler, maar het zou de berichtgeving wel completer maken.

Ook in wat de affaire Blok is gaan heten, was de berichtgeving in de pers van links tot rechts onzorgvuldig. Zo had de minister onder andere gezegd: 'Noem mij een voorbeeld van een multi-etnische of multi-culturele samenleving waar de oorspronkelijke bevolking nog woont (...). en waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Ik ken hem niet.' Het journaal toonde beelden waarin de exacte uitspraak was te horen maar vanaf dat moment gebruikte de pers deze uitspraak zonder de passage 'waar de oorspronkelijke bevolking nog woont' en dat maakt veel verschil. Trouw vatte in de kop van een artikel van 18 juli 2018 de uitspraak zelfs als volgt samen: 'Een vreedzame multiculturele samenleving? Ik ken het niet'. Je kunt erover van mening verschillen of een minister van buitenlandse zaken er verstandig aan doet zo'n uitspraak te doen en je kunt zelfs met hem over de inhoud van mening verschillen. Maar de uitspraak moet wel precies worden weergegeven want de betekenis ervan is daarvan sterk afhankelijk.

En dan nog de gretigheid waarmee een bericht kan worden gebracht. Een voorbeeld is Tom-Jan Meeus die meestal interessante en zeer leesbare artikelen schrijft. Helaas is niet altijd duidelijk of zijn bijdragen redactioneel zijn of columns betreffen. Voor de laatste categorie tellen natuurlijk andere maatstaven. Uit zijn bijdragen is duidelijk dat Wilders niet zijn lievelingspoliticus is (dat geldt onmiskenbaar ook voor Trump), en dat zal voor vele lezers net zo gelden. Maar de gretigheid waarmee de faux pas van onze oppositieleider worden beschreven of aan de kaak gesteld, gaan vaak objectieve berichtgeving te buiten. In een column mag hij zijn persoonlijke voorkeur duidelijk laten merken, maar in een redactioneel bericht is deze vrijheid een stuk beperkter. Het maakt een verschil of er zou staan: 'Wilders pleit voor een strenger migratiebeleid en dat is niet verwonderlijk voor een islamofoob' of slechts 'Wilders pleit voor een strenger migratiebeleid'. In de laatste versie zou Wilders gemakkelijk kunnen worden vervangen door Dijkhoff, Buma of Van der Staaij en dat zou het bericht gelijk salonfähig maken. Door het tweede deel van de zin toe te voegen, krijgt het eerste deel gelijk een bepaalde kleur en daarmee moet je in redactionele kolommen zuinig zijn.

20 september 2018

Vluchtelingenhulp als verdienmodel?


Laatst hoorde ik een verhaal over een medisch specialist, die wat wilde doen aan de ellende van vluchtelingen die op weg naar het noorden van Europa op een van de Griekse eilanden waren gestrand. Er is altijd wel behoefte aan een medicus voor mensen die in zulke barre omstandigheden komen vast te zitten, meende hij en dus meldde hij zich aan bij een vluchtelingenorganisatie. Hij was als vrijwilliger gedurende een maand beschikbaar, zo liet hij weten.

Ze waren erg blij met zijn aanmelding maar er waren wel een paar voorwaarden. In de eerste plaats kon hij niet aan de slag als arts, hij moest als vrijwilliger gewoon helpen met alledaagse taken. Bovendien moest hij 4000 euro per maand betalen, natuurlijk los van de vliegkosten die ook voor zijn rekening kwamen. Bij de eerste voorwaarde kon hij zich nog wel wat voorstellen. Teveel artsen die elkaar voor de voeten zouden lopen, dat is contraproductief. Gelukkig zijn er dus voldoende medische voorzieningen, dat is weer een geruststelling. En misschien was er meer behoefte aan dagelijkse hulp als afwassen en schoonmaken. Maar hoe zit het met die 4000 euro die hij moet betalen om als vrijwilliger aan de slag te mogen gaan? Hij heeft het bedrag betaald en een maand als vrijwilliger gewerkt.

Verdere details ontbreken, maar alles bij elkaar toch een gek verhaal: betalen om als vrijwilliger te mogen werken. Maar het kan nog gekker, zo blijkt.
Een studente sociologie, een jonge vrouw met haar hart bijna per definitie op de goede plek, vertelde over een vriendin die tijdens haar schooltijd vrijwilligerswerk wilde doen in een Afrikaans land. Zij zou dan Engelse les moeten geven aan jonge kinderen in een dorp diep in Afrika. Dat klonk wel aantrekkelijk maar ze had ook aarzelingen. Hadden die kinderen er wel wat aan dat ze Engels leerden, terwijl ze vrijwel zeker hun dorp nooit zouden verlaten? En ja, hoeveel kon je een kind leren in een maand, want dan zat haar tijd er weer op. Weliswaar kwam er dan weer een andere vrijwillig(st)er maar ideaal was het toch niet.
Maar ook hier moest de vrijwilligster haar portemonnee trekken. Natuurlijk waren de reiskosten vanuit Nederland naar dat Afrikaanse land voor haar rekening, dat was te billijken. Maar ze moest ook 400 euro per maand voor verblijfkosten betalen voor bijna dagelijks wat rijstepap en een heel slecht bed.

Je durft het haast niet te geloven: vluchtelingenhulp als verdienmodel?

17 september 2018

Cohen en de helft van Nederland


Pauw was weer terug van weggeweest en hij viel met zijn neus in de boter. Tijdens de zomermaanden was het dag na dag gegaan over het weer. De ene avond over de hitte en de aanhoudende droogte, dan weer of de dijken het wel zouden houden of over het weer dat de komende jaren steeds heftiger zou worden. Al dit gezeur bleef Pauw bespaard.

Maar hij kreeg wel te maken met een ander meeslepend nieuwsitem. Heel Nederland was in de ban van de Armeense pubers Lili en Howick. Bij elke gelegenheid lieten de jongen en het meisje weten hoezeer zij het in Nederland naar hun zin hadden en dat zij niet begrepen waarom zij zouden worden uitgezet. Ook verontwaardigde schoolvriendjes en -vriendinnetjes deden hun zegje. Natuurlijk was Defence for Children een vast onderdeel van het nieuws en de Kinderombudsvrouw liet zich evenmin onbetuigd. Zeker, zo luidde de mening, er waren voor de uitzetting weliswaar acht rechters en de Raad van State aan te pas gekomen, maar toch, er was geen rekening gehouden met kinderrechten en dat was een schandaal. Het leed dat het tweetal met de uitzetting zou worden aangedaan was onherstelbaar en dus sprak het vanzelf dat de staatssecretaris zijn discretionaire bevoegdheid zou moeten gebruiken. Als hij anders zou beslissen had hij geen spat menselijkheid in zijn lijf.

De ontknoping verraste alle betrokkenen. Hoewel de staatssecretaris nog de dag tevoren had laten weten dat hij gezien alle feiten geen aanleiding zag zijn discretionaire bevoegdheid in te zetten, kregen Lili en Howick van de staatssecretaris alsnog een verblijfsvergunning. Wat hem daartoe heeft gebracht, bleef een raadsel: was het de plotselinge verdwijning van het tweetal een paar uur voor de uitzetting, had het dreigement van de moeder met suïcide hem op andere gedachten gebracht? Het bleef gissen.

In deze opgewonden sfeer zaten bij Pauw een paar rechtstreeks betrokkenen aan tafel: de advocaat van de kinderen Filip Schüller, de Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer en Peter R. de Vries (wie kent hem niet). Het werd een raar gesprek. Vragen van Pauw werden door het drietal onhandig ontweken, bijvoorbeeld over de plotseling opgedoken grootouders en of Kalverboer rechtstreeks druk had uitgeoefend op de regering. Ook was er volgens hen geen sprake geweest van list en bedrog, hoewel de moeder eerst een ander land van herkomst had opgegeven en vervolgens twee jaar lang had geweigerd haar naam te vertellen. Peter R. de Vries nam in dit gezelschap een wel heel bijzondere positie in omdat hij eerder had getwitterd dat ‘iedereen die de Armeense kinderen Howick en Lili aangeeft een NSB-er is’. Zo, daar kon het volk het mee doen.

Of hun argumenten nu valide zijn of niet, op een zeker moment overspeelden ze hun hand. Alle Nederlanders staan achter het besluit van de staatssecretaris, zo lieten ze weten, overtuigd van hun gelijk.

Maar er zat nog een gast aan tafel: Job Cohen die ooit staatssecretaris van Justitie was geweest en aan de wieg van de huidige asielwetgeving had gestaan en in die functie ook een en ander had meegemaakt. Cohen nam een verrassend standpunt in. De man die als burgemeester van Amsterdam vooral wilde theedrinken en daarmee de indruk wekte de problemen van de multiculturele samenleving te willen bagatelliseren, diende het opgewonden drietal op rustige toon van repliek. Nee, hij geloofde er helemaal niets van dat het hele Nederlandse volk achter de verblijfsvergunning zou staan. Op zijn best misschien de helft, schatte hij en hij noemde de overwegingen van de acht rechters en de Raad van State. Natuurlijk begreep hij de handelswijze van Lili, Howick en hun moeder. Die zijn niet hier gekomen om zich te laten uitwijzen, maar onze rechtstaat … en zo meer.

Peter R. de Vries sputterde nog wat na. Waar hebben we het over, zo legde hij Cohen voor, we hebben het over nog maar 400 andere vergelijkbare kinderen, daar zouden we heus wel overheen komen. En list en bedrog? We zouden eens naar de regering moeten kijken die er ook op los liegt, kijk maar naar de dividendbelasting. Maar erg overtuigend klonken zijn laatste woorden niet en Cohen schudde zijn hoofd. Het drietal had niet terug van het rustige betoog van Cohen. Dat was nog eens een verrassing!


2 september 2018

Maar de pijn gaat niet over


Bij de #MeToo gebeurtenissen van de afgelopen maanden worden vrijwel zonder uitzondering jonge vrouwen als slachtoffers ten tonele gevoerd. Minder bekend is dat sexueel misbruik ook mannen kan treffen. Daarom is het verhaal van de nu 69-jarige regisseur Abram Fertes zo bijzonder. Door de #MeToo discussie durft hij voor het eerst met zijn verhaal naar buiten te komen, maar nog steeds kan hij niet zonder hevige emoties praten over wat hem 30 jaar geleden is overkomen. Benieuwd naar wat er toen is gebeurd, zochten we hem op in zijn bungalow net buiten Hilversum. 

'Ik was toen achter in de dertig en een succesvolle regisseur van speelfilms en documentaires en in die wereld heb je te maken met erg ambitieuze mensen die alles, maar dan ook alles, over hebben voor een carrière in de filmwereld. Logisch dat je dan vaak mensen moet teleurstellen, dat is een deel van je werk. Nee, niet iedereen heeft voldoende talent, dat is logisch. Dat leidde natuurlijk regelmatig tot ruzies of heftige gesprekken, maar een keer is het heel erg uit de hand gelopen.' Hij haalde even diep adem, nam een slokje water en wachtte even totdat hij zijn emoties weer onder controle had.

'Voor een productie was ik een tijdlang op locatie in de provincie en vanwege de reistijd verbleef ik in een hotel, waar trouwens ook een deel van de acteurs en technici logeerde. Nogal laat op een avond werd op mijn deur geklopt. Dat was wel vreemd want na een dag opnames is iedereen behoorlijk uitgeput. Toen ik opendeed, stond Felicia, zo zal ik haar maar noemen, want het is niet haar echte naam, voor de deur. Of ze even binnen kon komen, want ze wilde mijn advies. Ze had een kleine bijrol en wilde weten wat ze moest doen om echt belangrijke rollen te krijgen. Ik wist niet zo gauw wat ik daarop moest zeggen want haar rolletje was me nog niet erg opgevallen. Haar verhaal was nogal verward en al snel kreeg ik de indruk dat ze voor meer was gekomen dan voor mijn advies.' Hier onderbrak hij zijn verhaal even, maar leek zich te herpakken.

'Nogal onverwacht begon ze te me verleiden, ze begon me te strelen en zo, maar ik liet merken dat ik dat liever niet had. Maar ze ging door, drong zich aan me op en wierp daarbij al haar vrouwelijke charmes in de strijd. "Dit wil je toch wel?" fluisterde ze, "Geniet er maar van." Ik sputterde flink tegen, dat weet ik wel, ik wilde dit niet, maar op de een of andere manier kon ik haar niet van me af houden. Ik was als het ware versteend, ik wilde me wel verweren maar ik kon het niet. Nou ja, ik zal je maar niet met de details vervelen. Wat daarna gebeurde, is me gewoon overkomen. Toen ze weer weg ging, vroeg ze nog zoiets als: "Wil je nog wel eens aan me denken?", en weg was ze weer.

Ik heb de hele nacht gehuild, trillend over mijn hele lichaam, soms vloekend, ik was helemaal overstuur. De volgende dag op de set heb ik zo gewoon mogelijk gedaan, vreselijk was het, en pas na een paar dagen kon ik weer een beetje mezelf zijn. Maar ik durfde er met niemand over te praten, je schaamt je toch, en dat is ruim 30 jaar zo gebleven tot die #MeToo discussie losbrak.'

Het verhaal kwam er met horten en stoten uit en het was duidelijk dat hij er grote moeite mee had.
'Neem het me maar niet kwalijk, maar na die dertig jaar lukt het me nog steeds niet goed om dit te vertellen. Je wilt het misschien niet geloven, maar door die gebeurtenis is er een grauwsluier over mijn leven komen te liggen. Voor die tijd was ik een vlotte, aardige, sociale kerel, maar dat was allemaal van de ene op de andere dag verdwenen. En sex is nadien ook nooit meer hetzelfde geweest.
Ik ben blij met die #MeToo discussie, dat er nu eindelijk aandacht is voor slachtoffers van sexueel misbruik, ja ook voor mannelijke slachtoffers. Die discussie helpt de pijn wel verlichten, maar over gaat die niet.' Hij stak een sigaret op, nam nog een slokje water en keek met waterige ogen uit het raam.